Auteur
Regie
Over het stuk
Het dorpsplein brengt ons het verhaal van het dagdagelijkse leven van de pleinbewoners met hun goede en slechte kanten, met hun groot hart en hun bekrompen geest, met hun rake uitspraken en hun roddelpraatjes.
Jan, de cafébaas is een eeuwige grapjas en drinkt graag een pintje met zijn vriend Antoine, de slager, dit dik tegen de zin van hun wederhelften, Suzanne de slagersvrouw en Marie de cafébazin. Polleke van ’t café is verliefd op zijn buurmeisje Paulientje van de slager, dit tot groot ongenoegen en ongerustheid van hun beider ouder. Zij dragen immers een groot geheim mee uit het verleden. Mathilde, de bomma bemoeit zich nergens mee, maar steekt overal haar neus tussen. Katrien, een huwbare jonkvrouw, wordt begeerd door zowel de koster als de meester. Willy de facteur, loopt meer zat dan nuchter, hoe hard zijn vrouw Bertha ook haar best doet. De pastoor is erg naïef en allergisch voor pastoorsmoppen. Soeur Angélikske loopt doorheen het verhaal als een levende heilige. Jeroom de champetter probeert alles in goede banen te leiden. De gemeentewerkers doen ook plichtsbewust als altijd hun job. De accordeonist voorziet het plein van de nodige leuke deuntjes.
Op het dorpsplein maken we kennis met dorpsfiguren zoals de oudere generatie ze nog gekend heeft, maar waarvan de jongeren zich nog enkel een beeld kunnen vormen uit de verhalen van hun ouders en grootouders.